Langzaam verschijnen de toppen aan de horizon.
Zoals de bergen zich aftekenen van hoog naar laag,
zo klopt het ritme van mijn hart.
Nergens voel ik me meer thuis dan hier.
Het zijn niet alleen de bergen en de groene dalen,
de gele, witte bloemen met af en toe een paarse gentiaan.
Het is ook de heldere lucht met de zon, de maan en de sterren,
die meer nabij lijken dan ooit.
Ik ben er altijd te kort.
Als ik land in de lichte energie,
kom ik dichter bij mezelf en mijn dierbare.
Maar tegelijkertijd ben ik er te lang voor de liefsten,
die ik achterlaat.
Het is zoeken naar evenwicht.
De dag dat ik de balans vind,
is de dag dat ik kies voor mijn geluk.
En tot dan huil ik bij het afscheid.